SJABLOON
BOEKVERSLAG
Titel:
Groot en klein Auteur:
Elizabeth Bennett
Uitgeverij:Veltman
Uitgeverij’s Illustrator: Jane
Chapman
Korte omschrijving van de inhoud:
Groot en klein is een boek over 2 vrienden die op daguitstap gaan. ze gaan door de velden, over rivieren, houden een lekkere picknick en beleven een fijne dag. Alleen heeft klein net een beetje meer moeite met de takken in het bos, en moet groot af en toe een handje helpen. En wanneer het groot niet lukt om in slaap te vallen, is het klein die hem op zijn beurt helpt. Want daar zijn vrienden voor, toch?
Kwalitatieve beoordeling:
1. VORM
Het boek bestaat uit een vrolijke hardcover met heldere kleuren en
duidelijke prenten. De 2 personages kijken naar elkaar op wat voor
nieuwsgierigheid zorgt omdat die erop zou kunnen wijzen dat de 2 een band
hebben. Speciale effecten zijn er niet.
De prenten sluiten perfect aan bij het verhaal en zijn sfeervol
ingericht. Ze zijn geschilderd en tonen een mooie inleving in het verhaal. Er
wordt niet met kaders rondom de tekeningen gewerkt, de tekst is in de prent
verwerkt. De illustraties zijn over de hele pagina’s getekend.
2. INHOUD
Er zijn in dit boek 2 hoofdpersonages die elk rond een eigen karakter
uitgewerkt zijn. Beer is de helper, muis is degene die telkens weer in de
problemen komt, door te vallen, door vast te zitten, etc.
Voor de kinderen zijn het herkenbare situaties die uitgewerkt worden, al
zijn ze niet verrassend en wordt er amper spanning opgebouwd. Het is een
verlening van de leefwereld van het kind, die in dit boek wordt uitgewerkt.
Er is een mooie opbouw (van de dag) in dit verhaal. Het verhaal is niet
te lang en is niet complex. Het is net goed van lengte en is volgens mij
voornamelijk bedoeld als ontspanning.
3. TAAL
De woordkeuze van het boek is aangepast aan kleuters. Er wordt gebruik
gemaakt van dialogen tussen de twee personages + er wordt functioneel gebruik
gemaakt van de klanken bij woorden. Hiermee bedoel ik dat er bij het stappen
ook effectief geluid van voetstappen in het boek geschreven staan. Het
taalgebruik is eerder alledaags. De zinsbouw simpel. Moeilijke woorden zijn
voornamelijk ruimtelijke begrippen; overheen, onderdoor, oversteken, groot,
klein, afrollen, etc.
4. VERWERKINGSMOGELIJKHEDEN:
Dit boek zou leuk te gebruiken zijn in het thema ‘vriendschap’. En tijdens
een bewegingsles. Dan kunnen de kleuters per 2 samen, net als groot en klein op
tocht gaan. Samen door het veld wandelen, vervolgens helpt de een de ander
wanneer die over de takken valt, in een put valt, niet over de rivier kan…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten