vrijdag 30 mei 2014

Boekverslagen

Titel: De allereerste zoen      Auteur: Guido Van Genechten  
Uitgeverij: Clavis                    Illustrator:
Jaar: 2013

Korte omschrijving van de inhoud:

De titel van het boek spreekt boekdelen en vat de volledig inhoud van het boek samen. Van wie kreeg je je eerste zoen en welk gevoel gaf het je. Iedereen ervaarde dit anders. Voor bijna iedereen was het wel speciaal. Eén ding staat vast : zoenen is het allerleukste wat er bestaat! Maar wie is er eigenlijk ooit mee begonnen?

1. Vorm 
  
De kaft van het boek is hard en volledig ingekleurd met een heel lieve warme afbeelding van een moederaap met haar kindje. Het kindje geeft een zoentje aan de mama en de mama heeft een brede glimlach. Het boek nodigt heel hard uit om gelezen te worden. Naast de afbeelding, zijn ook de letters op het boek lieflijk roze en krullend. De achtergrond is wit. De apen zitten lekker in het gras. Ze worden omringd door een geel en roze vlindertje.

Alle dieren die afgebeeld staan in het boek zien er lief uit en lachen allemaal. De tekeningen zijn vrij simpel gehouden en zijn heel herkenbaar voor de kinderen. De illustrator houdt alles vrij simpel door middel van simpele figuren, zachte kleuren en vrolijke gelaatsuitdrukkingen bij de dieren. De omgeving van de dieren is niet zo gedetailleerd. De illustraties zijn voldoende groot. De prenten zijn niet omkaderd, ze lopen door over heel de pagina. 

  
2. Inhoud

Het boek wekt meteen nieuwsgierigheid, want onmiddellijk worden er vragen gesteld zonder dat men reeds weet waarover het gaat. Verschillende dieren zijn aan het woord. Voor de kinderen zijn ze  heel herkenbaar en worden als lieve dieren afgeschilderd, ook de leeuwen bijvoorbeeld. Het gaat over de allereerste zoen. Wie gaf hem, en vooral wat is het. Alle dieren tonen hoe zij genegenheid uiten, maar algauw blijkt dat het niet om ‘een zoen’ gaat, maar eerder om ‘neuzen’, ‘billen wrijven’, ‘pootjes vasthouden’, ‘modderbaden delen’  of ‘halzen knuffelen’.  Aan het einde van het boek roept baby aapje dat hij die allereerste zoen kreeg van zijn mama. Op zijn beurt, eindig hij het verhaaltje door de 2e zoen zelf te geven aan zijn mama.

Het verhaal sluit nauw aan bij de leefwereld van de kinderen. Kinderen geven ook zoenen aan hun mama of papa en krijgen er vooral veel. Daarnaast herkennen ze ook de andere manieren om genegenheid te uiten. Het verhaal is overgoten met liefde, warmte en tederheid.
Er steekt ook wel wat humor in het verhaal. De kinderen gniffelen als ze zien hoe zebra’s hun billen tegen elkaar wrijven om liefde tonen. Ze lachen als ze zien hoe giraffen hun lange hals rond elkaar draaien en ze roepen ‘èèèèèètje’ als ze zien wat de olifanten doen in de modder.
Het is een leuk en kortverhaal. Het zou voor de kinderen wel langer mogen zijn, want het onderwerp valt heel erg in de smaak.
Het biedt ook veel gespreksstof nadien. Hoe tonen de kindjes dat ze van iemand houden? Hoe voelen ze zich als mama en papa hen knuffelen of zoentjes geven of ‘neuzen’? De antwoorden zijn soms heel grappig.

3. Taal

De woordkeuze is heel eenvoudig en aangepast aan de doelgroep. De schrijver gebruikt vooral dialogen tussen de dieren. Elke diersoort is wel eens aan het woord. Het verhaal begint met een vraag. Dat wekt bij de kinderen onmiddellijk nieuwsgierigheid op. Al vrij snel wordt wel duidelijk waarover het gaat. Bovendien hadden ze al een vermoeden door de duidelijke afbeelding op de kaft.
Opmerkelijk is hoe de woorden ‘krijgen’ en ‘geven’ hier en daar cursief gedrukt zijn. Doordat de schrijver dit niet doorheen het ganse verhaal doet, lijkt het erop dat hij wil aangeven hoe en waar er klemtonen moeten gelegd worden bij het voorlezen.

 4. Verwerkingsmogelijkheid 

Dit boek kan je gebruiken bij verschillende BC’s: Valentijn en dieren. Bij Valentijn kan je het over de liefde hebben. Wanneer geven we iemand een zoen en wie geven we een zoen Zo leren de kinderen misschien ook wat normaal is en wat niet. Bij het thema ‘dieren’, kan je praten over de verschillende diersoorten en hun gedrag. Welke geluiden de dieren maken, waar de dieren leven, wat er speciaal is aan het dier, enz.
De kinderen kunnen na het luisteren of zien van dit boek misschien ook zelf een tekening maken rond hun eerste zoen.



Titel: Kikker en de vreemdeling        Auteur: Max Velthuijs
Uitgeverij: Leopold                            Illustrator: /
Jaar: 1993

Korte omschrijving van de inhoud:

Op een dag komt er een vreemdeling in het bos wonen : Rat. Eend waarschuwt dat alle ratten dieven zijn. Ze zijn lui, brutaal en werken niet. Dat weet toch iedereen! Varkentje zegt dat ratten niet in het bos thuishoren. Maar kikker besluit zelf een kijkje te gaan nemen. En hij vindt Rat wel aardig.

1. Vorm 

Het boek is vrij groot en heeft een harde kaft. De illustratie bedekt heel de kaft maar is eigenlijk niet echt indrukwekkend. De tekening is heel eenvoudig en simpel getekend. Het zou een beetje op een kindertekening durven te lijken. De afgebeelde dieren zijn wel herkenbaar maar verpersoonlijkt door dat ze kleren aan hebben.

Als we het boek opendoen, komen we in een heel rustgevende omgeving. De prenten zijn in heel het boek op dezelfde manier getekend. De tekenaar heeft een eigen, aparte stijl. De tekenaar heeft zich beperkt tot 4 personages. Dit maakt het voor het kind heel gemakkelijk om te volgen. De schrijver vult niet altijd zijn bladen op dezelfde manier. Soms omkader hij zijn tekeningen en soms gebruikt hij 2 bladzijden. De tekst word niet in de illustraties geplaatst, ze krijgen bij elk blad een plaats onderaan. De prenten maken niet altijd duidelijk wat er verteld wordt. De gelaatsuitdrukkingen zijn niet altijd heel expressief, en beperken zich tot verschillende vormen van de mond. Op basis van de tekeningen is het quasi onmogelijk om het verhaal te begrijpen.


2. Inhoud 

Kikker, haas, eend en varken zijn 4 vrienden die in het bos wonen. Op een dag zien ze een rat die ze niet kennen. Wie is deze vreemdeling en wat komt hij doen in hun bos? Varken en eend oordelen snel en willen dat de vuile, luie rat vertrekt. Maar kikker wil de rat een kans geven en gaat er mee praten. Ook haas vindt dat het bos voor iedereen is. Eend en varken zijn jaloers en boos. Maar rat lijkt nog niet zo slecht te zijn. Zo redt hij varken uit een brand, herstelt het dak en redt haas uit de rivier. Rat mocht blijven, iedereen was het er nu over eens. Rat stond op een dag klaar met zijn rugzak, om naar Amerika. Iedereen neemt afscheid van hun vriend. Iedereen zal rat missen.

Het verhaal sluit aan bij de leefwereld van de kinderen. Je mag niet zomaar iemand veroordelen. Iedereen verdient een gelijke kans. Er komen verschillende emoties aan bod die herkenbaar zijn voor de kinderen. Jalousie, boosheid, nieuwsgierigheid, vriendelijkheid en beleefdheid, medelijden en vriendschap. Het wil de kinderen aantonen dat we moeten delen met elkaar en dat we niet zomaar mogen oordelen. Vermoedelijk zullen de kinderen tijdens het lezen zelf wel reacties  uiten en zullen ze misschien wel al een gelijkaardige situatie meegemaakt hebben. Het is heel gemakkelijk om nadien te praten over wat er zich afspeelt in dit boek en dit te gaan betrekken op de dagdagelijkse gebeurtenissen in de levens van de kinderen.

3. Taal 

De schrijver gebruikt eenvoudige woorden, korte zinnen en simpele dialogen. De woordenschat is gemakkelijk te begrijpen door kleuters. Bij de prenten staat er niet te veel tekst. De tekst is ook in een vrij groot lettertype. Hierdoor zou het boek gemakkelijk kunnen voorgelezen worden door een kind van het tweede leerjaar aan bijvoorbeeld een broertje of zusje uit de kleuterklas.


4. Verwerkingsmogelijkheid

Zoals reeds besproken bij het stukje rond de inhoud, kan na het lezen van dit boek een gesprek aangeknoopt worden met de kinderen over hun eigen levenservaringen. Waren ze reeds eerder jaloers? Hebben ze ooit al een ‘vreemde’ persoon moeten een kans geven in hun gezin of familie? Zijn ze al eens boos geweest terwijl het misschien niet nodig was? Hebben ze al geleerd dat het beter is om iets te delen met iemand? Of waren ze zelf al eens de ‘vreemde’ ergens?
Er komen voldoende zaken aan bod die de kinderen tot nadenken kunnen aanzetten.


Titel: Het boekenliefje           Auteur: Helen Docherty en Thomas Docherty
Uitgeverij: Clavis                    Illustrator: Thomas Docherty
Jaar: 2013

Korte omschrijving van de inhoud:

Elke avond vóór het slapengaan, lezen de dieren een verhaaltje uit het boek ‘Holletje-in-‘bos’.
Op een avond beginnen de boeken plots te verdwijnen, één voor één.
Zou er een boekendiefje zijn in het dorp? En wie zou dat dan kunnen zijn?
Lisa langoor, een moedig konijntje is vastbesloten het boekenmysterie op te lossen. Ze wil hun voorleesverhaaltjes terug, EN WEL NU METEEN !

1.Vorm

Het boek is vrij groot en heeft een harde kaft. De illustratie op de kaft is vrij indrukwekkend. De tekenaar gebruikt vage strepen en kleurt zijn tekeningen wat slordig in. Toch slaagt hij erin om voldoende nieuwsgierigheid op te wekken. De afgebeelde dieren zien er verbaasd uit en door de kleurencombinatie,  voelen we onmiddellijk aan dat het verhaal zich afspeelt in de nacht. De schakering van wit en geel beklemtonen het licht in het donker.

Het boek vraagt om gelezen te worden.

Als we het boek openslaan, komen we onmiddellijk in een spannend en beangstigend verhaal terecht. De tekeningen en illustraties worden veelal over de volle bladen gebruikt en zijn op zich al heel erg sprekend. Ze scheppen meteen het juiste beeld en gevoel. De teksten staan doorheen de tekeningen geschreven, natuurlijk altijd op een opgelichte plaats. Indrukwekkend is ook dat de tekeningen altijd over de 2 volle zichtbare bladen verdeeld zijn, waardoor we voor de volgende stap in het verhaal de bladzijde moeten omslaan. Hierdoor is het gemakkelijker om de kinderen mee te nemen in het verhaal. Ze kunnen niet vooruitlopen en al zien wat er volgt.

De prenten zijn ook niet op alle bladen op dezelfde manier getekend of gekleurd. De tekenaar houdt de aandacht door kleinere tekeningen te gebruiken die hij dan schuin afbeeldt  of in een ronde vorm giet, waardoor alles wat speelser lijkt. Zo vertedert hij bijvoorbeeld een vuurspuwende draak door er een voorleesmama bij te tekenen. Het kind kan onmiddellijk plaatsen dat het niet om een echte draak gaat.

2. Inhoud

Het hoofdpersonage in het boek is konijntje Lisa Langoor dat in een gezellig holletje woont in het bos.
Het verhaal sluit aan bij de leefwereld én de fantasiewereld van de kinderen. Diertjes kunnen niet praten, maar een kind gelooft gemakkelijk van wel. Er worden verschillende herkenbare diersoorten afgebeeld, zoals de uil, de eekhoorn, de egel, enz. Door bij elke diersoort een mama en haar jongen of kinderen te tekenen, creëert de schrijver een gevoel van herkenbare genegenheid. Vanzelfsprekend vinden de kinderen die diertjes lief.
De uitdrukkingen op de gezichtjes van de dieren, wekken gevoelens pop van angst, woede, verwondering, ongeloof, vreugde, liefde en verdriet.
Het boek zet ook aan tot uiting van reacties en wil een boodschap meegeven aan de kinderen. Stelen is niet flink. Gelukkig blijkt het monster dat boeken steelt uiteindelijk een heel klein lief wezentje te zijn dat helemaal geen slechte bedoelingen had.
De kinderen krijgen hier niet alleen de boodschap dat ze niet mogen stelen, maar ook dat ze niet altijd bang hoeven te zijn van onbekende en beangstigende zaken. Niet alles is altijd wat het lijkt.
Dit einde zorgt ervoor dat de kinderen met een rustig gemoed kunnen gaan slapen.

Het verhaal is mooi aangepast aan het niveau en het aandachtsvermogen van een kleuter.

3. Taal

In het boek wordt geen moeilijke woordenschat gebruikt, maar eerder een alledaags taalgebruik. De ene prent heeft meer tekst dan de andere en hier en daar worden ook dialogen gebruikt, waardoor het inlevingsvermogen vergroot. Soms worden woorden gebruikt die misschien niet door alle kleuters gekend zijn, zoals bijvoorbeeld ‘ezelsoren’. De betekenis wordt dan duidelijk door het verhaal zelf. Enige toelichting is misschien soms wel nodig, afhankelijk van het niveau van de kleuter.

4. Verwerkingsmogelijkheden
  
Het lijkt niet meteen evident om een echte activiteit te gaan uitwerken rond de inhoud van dit boek. Ik zou hier eerder werken rond de gevoelens  die de kleuters ervaren doorheen het verhaal.  Misschien kunnen ze vertellen of ze bang zijn in het donker en waarom. Worden ze voorgelezen door hun mama of papa en hoe ervaren ze dit?

Titel: Waar is Eddie?             Auteur: Tracey Corderoy  
Uitgeverij: Veltman                Illustrator: Tina Macnaughton
Jaar: 2011

Korte omschrijving van de inhoud:

Eddie het eendje en zijn drie zusjes gaan voor het eerst zwemmen in de vijver. ‘Houd de bloemenketting goed vast, zodat ik jullie niet kwijtraak,’ zegt Mama Eend. Maar Eddie heeft allerlei leuke ideeën..

1. Vorm
Het boek is vrij groot en heeft een harde kaft. De illustratie op de kaft is vrij indrukwekkend. De tekenaar slaagt erin om heel wat nieuwsgierigheid op te wekken door onder meer het lief kuikentje en de madeliefjes met glitter. Het boek nodigt uit om gelezen te worden door de mooie kaft.

Wanneer je het boek openslaat, komen de bloemen met de glitters er terug in voor.
De tekeningen wekken een zachte, liefdevolle sfeer op. De achtergrond is vertederend, de figuurtjes zijn schattig. Er is vrij veel tekst in vergelijking met de andere boeken. De tekst wordt in de tekeningen geplaatst.

2. Inhoud

Doortje, Floortje, Noortje en Eddie gaan op stap naar de vijver met hun mama eend om voor de eerste keer te gaan zwemmen. Voor ze vertrekken, moeten ze van mama een bloemenketting maken die ze kunnen vasthouden tijdens het wandelen. Op die manier denkt mama dat ze haar kindjes niet zal verliezen. Maar algauw dwaalt Eddie af om een vliegend blauw veertje te volgen. Gelukkig vindt zijn mama hem op tijd terug en laat hem opnieuw aansluiten aan de madeliefjesketting. Slechts enkele minuten later, is Eddie weer verdwenen en dit keer om bloemetjes te plukken voor zijn mama. Hoewel mama blij is met de bloemetjes, berispt ze Eddie toch een beetje omdat hij niet luisterde en toch weer de bloemenketting los liet.
Als ze bij de vijver aankomen, vinden Doortje, Floortje en Noortje het water veel te koud om te zwemmen. Maar Eddie plonst zonder aarzelen in het water en zwemt naar hartelust. Na al die inspanning, gaan de eendjes samen naar huis en wil mama taart bakken, maar ze is alweer één van haar eendjes kwijt. Raar maar waar, maar Eddie ligt reeds in een diepe slaap tussen de madeliefjes, moe maar voldaan van zijn drukke dag.

Het boek wekt bij elke verdwijning van Eddie spanning op voor de kleuters. Zouden ze Eddie terug vinden? Gelukkig loopt het telkens goed af en eindigt het verhaal ook positief.
Het boek geeft op zich niet zo veel diepgang en brengt ook niet een duidelijke boodschap over naar de kinderen toe. Hoewel Eddie wegloopt komt toch alles goed. Dus wat leren de kinderen hier van?

 3. Taal

Er wordt uiteraard geen moeilijke woordenschat gebruikt, gezien het een kinderboek is. De schrijver gebruikt een mix van kleine en grote letters, hoofdletters en cursief gedrukte letters maar niet altijd om logische redenen. Er is afwisseling tussen vertellende tekst en dialogen.

4. Verwerkingsmogelijkheid

 Dit boek kan je gebruiken bij het BC: lente. Ik maakte reeds 2 spelletjes rond dit boek. Een soort ganzenbord en een telspelletje. Je kan ook samen met de kinderen een gesprek voeren rond gehoorzaamheid. Als de kinderen op stap gaat met hun ouders, moeten ze dan heel dicht bij mama/papa blijven? Nemen ze de hand van mama of papa vast?  


Titel: De spiekpietjes             Auteur: Thaïs Vanderheyden
Uitgeverij: Clavis                    Illustrator:
Jaar: 2012

Korte omschrijving van de inhoud

De geheimzinnige sinterklaashulpjes lijken op gewone pieten, maar dan veel kleiner. Elk jaar rond deze tijd verstoppen de spiekpietjes zich in huizen, appartementen, klaslokalen en winkels. Zo kunnen ze zien of jij heel lief bent, of een beetje ondeugend. De spiekpietjes zien ook waar je van houdt, zo komt Sinterklaas precies te weten welke cadeautjes jij leuk vindt en of je misschien een extra pakje verdient.

1. Vorm

 De kaft is gemaakt uit stevig materiaal en wekt nieuwsgierigheid op doordat het boek over Sinterklaas gaat en doordat er spiekpietjes op vogels rondvliegen. Het is een heel groot boek zonder echt speciale effecten.

De grote bladen zijn volledig ingekleurd met mooie en duidelijke variërende kleuren. Alles ziet er heel uitnodigend uit. Er staan ook heel veel objecten afgebeeld waardoor je lang kan kijken naar een pagina. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen flink zijn en stout zijn. Dit wordt afgebeeld aan de hand van verschillende voorbeelden. Het is een heel illustratief boek. Zelf zonder tekst kan er gemakkelijk een verhaal verteld worden met dit boek.

2.Inhoud

Sinterklaas heeft heel wat Zwarte pieten: speculaaspieten, marsepeinpieten, inpakpieten enz. om hem te helpen. Spiekpietjes zijn de geheimzinnige hulpjes van Sinterklaas. De spiekpietjes zijn klein en je kan ze herkennen aan hun leuke sportschoenen en hun kleine gsm. De spiekpietjes nemen afscheid van sinterklaas en de andere Zwarte pieten, ze trekken de wijde wereld in. Ze gaan zich gaan verstoppen in huizen, appartementen, winkels en klaslokalen. Ze bespieden er de kinderen en spelen alles door aan de opschrijfpiet. Op die manier weet Sinterklaas of elk kindje flink of stout is geweest.

Wijzelf hebben nog nooit gehoord van spiekpietjes, maar het idee past wel in de kinderlijke fantasie rond Sinterklaas. Zo kunnen de kinderen misschien beter begrijpen hoe Sinterklaas alles kan weten. Voor de ouders kan dit een handige manier zijn om de kindjes zoet te houden. Doordat de spiekpietjes altijd lachen en klein en schattig zijn maken ze de kinderen niet bang.
  
 3. Taal

De schrijver gebruikt een heel speels lettertype. Het verhaal wordt in de tegenwoordige tijd geschreven. Qua niveau merk ik dat in dit boek toch heel wat moeilijkere woorden worden gebruikt dan in de andere boeken. De tekst wordt in de prenten geplaatst.  Er worden geen dialogen gebruikt.

4. Verwerkingsmogelijkheid

Het verhaal kan je gebruiken bij het BC: Sinterklaas en zwarte piet. Je kan werken met het spiekpietpopje. Het spiekpietje verplaats je elke dag in de klas. De kinderen komen tijdens het spelen spiekpietje ergens tegen. De volgende dag staat spiekpietje weer op een andere plaats. En zo geloven de kinderen het verhaal. Sowieso biedt het Sinterklaasthema tal van mogelijkheden naar verwerking toe. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten