Titel: Ik hoef geen bril Auteur: Eric Barclay
Uitgeverij: Gottmer Illustrator: Eric Barclay
Jaar: 2013
Korte omschrijving van de inhoud:
Op een dag merkte juf Paulien dat Saar niet zo goed op het bord kon kijken. Haar leerkracht muziek merkte op dat ze haar bladmuziek niet zo goed kon lezen. En aan papa toont ze een stinkdier terwijl ze denkt dat het een poes is. Maar Saar is er van overtuigd: ze hoeft geen bril! Tot ze samen met mama een bezoekje aan de oogarts brengt…
Kwalitatieve beoordeling:
1. VORM
Het boek is een erg stevig boek. De kaft wekt de nieuwsgierigheid van de kleuters op doordat er een meisje op staat die op een bank zit en een boek omgekeerd vast heeft terwijl ze er in leest. De prenten sluiten dus aan bij de inhoud van het boek, zoals de titel al doet raden. Daarnaast hebben de afbeelding en titel van het boek hebben een soort van glanseffect. De auteur & tevens illustrator heeft een eigen tekenstijl. Dit kan je zien aangezien geen enkel element op de prenten contouren hebben, de kleuren goed aansluiten bij het boek en er geen omkadering is van de prenten.
2. INHOUD
De inhoud van het boek is redelijk eenvoudig. Er is slechts één hoofdpersonage: Saar. Daarnaast komen er nog enkele personages aan bod: de mama, de papa, de oogarts, de mevrouw uit de brillenwinkel, de juf en de meester van muziek. Hoewel het boek redelijk eenvoudig is, worden de stappen bij het beginnen dragen van een bril duidelijk overlopen. Het verhaal zal hiermee ook zeker en vast reacties en het uiten van gevoelens oproepen. Er komt niet veel fantasie te pas in dit boek, alles wordt in klaar en duidelijke taal uitgeschreven en uitgebeeld. Daarnaast vind ik dat het boek net lang genoeg is om een kleuterpubliek te boeien.
3. TAAL
De taal die in het verhaal gebruikt wordt is aangepast aan de doelgroep. Er zijn niet veel nieuwe woorden in de tekst, de zinnen zijn niet te lang en er is niet teveel tekst per prent. Bovendien kunnen de nieuwe woorden afgeleid worden uit de prenten. Daarnaast is er enkel sprake van herhaling telkens er iemand aan Saar vraagt als ze een bril moet. Hierbij antwoordt ze telkens: “Ik hoef geen bril!”. Verder is er geen sprake van dialogen en het taalgebruik is eerder alledaags.
4. VERWERKINGSMOGELIJKHEDEN:
Dit boek kan gebruikt worden rond het BC Brillen. Het is een interessant boek om de kleuters de stappen uit het ‘van slecht zien tot een bril dragen’-proces aan te leren. Als dit verhaal ten einde is kan je de kleuters zelf een bril laten maken uit verschillende materialen. Daarnaast kan je van enkele prenten een kopie nemen en er een puzzel van maken. Ook kan je elementen van op de prenten kopiëren en uitknippen zodat de kleuters deze moeten zoeken.
Uitgeverij: Gottmer Illustrator: Eric Barclay
Jaar: 2013
Op een dag merkte juf Paulien dat Saar niet zo goed op het bord kon kijken. Haar leerkracht muziek merkte op dat ze haar bladmuziek niet zo goed kon lezen. En aan papa toont ze een stinkdier terwijl ze denkt dat het een poes is. Maar Saar is er van overtuigd: ze hoeft geen bril! Tot ze samen met mama een bezoekje aan de oogarts brengt…
Kwalitatieve beoordeling:
1. VORM
Het boek is een erg stevig boek. De kaft wekt de nieuwsgierigheid van de kleuters op doordat er een meisje op staat die op een bank zit en een boek omgekeerd vast heeft terwijl ze er in leest. De prenten sluiten dus aan bij de inhoud van het boek, zoals de titel al doet raden. Daarnaast hebben de afbeelding en titel van het boek hebben een soort van glanseffect. De auteur & tevens illustrator heeft een eigen tekenstijl. Dit kan je zien aangezien geen enkel element op de prenten contouren hebben, de kleuren goed aansluiten bij het boek en er geen omkadering is van de prenten.
2. INHOUD
De inhoud van het boek is redelijk eenvoudig. Er is slechts één hoofdpersonage: Saar. Daarnaast komen er nog enkele personages aan bod: de mama, de papa, de oogarts, de mevrouw uit de brillenwinkel, de juf en de meester van muziek. Hoewel het boek redelijk eenvoudig is, worden de stappen bij het beginnen dragen van een bril duidelijk overlopen. Het verhaal zal hiermee ook zeker en vast reacties en het uiten van gevoelens oproepen. Er komt niet veel fantasie te pas in dit boek, alles wordt in klaar en duidelijke taal uitgeschreven en uitgebeeld. Daarnaast vind ik dat het boek net lang genoeg is om een kleuterpubliek te boeien.
3. TAAL
De taal die in het verhaal gebruikt wordt is aangepast aan de doelgroep. Er zijn niet veel nieuwe woorden in de tekst, de zinnen zijn niet te lang en er is niet teveel tekst per prent. Bovendien kunnen de nieuwe woorden afgeleid worden uit de prenten. Daarnaast is er enkel sprake van herhaling telkens er iemand aan Saar vraagt als ze een bril moet. Hierbij antwoordt ze telkens: “Ik hoef geen bril!”. Verder is er geen sprake van dialogen en het taalgebruik is eerder alledaags.
4. VERWERKINGSMOGELIJKHEDEN:
Dit boek kan gebruikt worden rond het BC Brillen. Het is een interessant boek om de kleuters de stappen uit het ‘van slecht zien tot een bril dragen’-proces aan te leren. Als dit verhaal ten einde is kan je de kleuters zelf een bril laten maken uit verschillende materialen. Daarnaast kan je van enkele prenten een kopie nemen en er een puzzel van maken. Ook kan je elementen van op de prenten kopiëren en uitknippen zodat de kleuters deze moeten zoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten