Auteur:
Carla
Maia
Uitgeverij:
De vier windstreken, 2013
Leeftijd:
2/3de kleuterDe jongen in het verhaal krijgt te horen dat hij een bril moet dragen.
Hij denkt na over hoe zijn nieuwe bril eruit zal zien. Hij wil geen gewone bril
maar een toverbril. Hij wil een bril waarmee hij in donker kan kijken of een
bril waarmee hij kan dagdromen. Dan is zijn nieuwe bril er eindelijk. Zou de
bril eruit zien zoals hij gedacht had?
Het
boek heeft een stevige kaft. Op de kaft staat niet veel getekend, wat nieuwsgierigheid
opwekt. De prenten zijn verrassend en prikkelt de fantasie van de kinderen.
De tekst en de prenten lopen door elkaar.
Op één bladzijde staat niet veel getekend maar wat er getekend staat, is groot
en gedetailleerd.
Het
boek bevat 1 hoofdpersonage: de jongen van waaruit het verhaal verteld wordt.
In het boek zitten herkenbare gevoelens zoals bv: het niet willen dragen van
een bril. Het boek sluit deels aan tot de leefwereld van de kleuters want de
jongen gaat naar de opticien. De kleuters die een bril dragen kennen de
opticien. Verder in het verhaal wordt er een beroep gedaan op de fantasie van
de kleuters. Het boek zet aan tot creativiteit. Er zijn heel wat
verwerkingsmogelijkheden rond dit verhaal. Je zou er gerust een week kunnen
rond werken.
Het
verhaal bevat bij enkele prenten relatief veel tekst en bij andere prenten
weinig tekst. Er staan woorden in het boek waarmee de kleuters nog niet
vertrouwd mee zijn. Er zit veel herhaling in het boek. Bij iedere bril wordt de
zin: ‘Ik wil een bril waarmee…’ herhaald.
In de
beeldhoek zou ik de kleuters laten vertellen welke toverbril zij graag eens
zouden willen en waarom. Daarna zou ik verschillende herbruikbare materialen
aanbieden waarmee ze hun toverbril kunnen maken.
In de kring kan je de toverbrillen vanuit het boek aanbieden. De kleuters
kunnen het verhaal naspelen.
In de bouwhoek kunnen de kleuters één grote toverbril bouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten